Eén taal, twee betekenissen: Surinaams in Nederland

Zonder het te weten, is mijn generatie in Nederland opgegroeid met Surinaamse woorden. Woorden als doekoe of fissa waren ‘straattaal’. Dat die woorden aan de andere kant van de wereld bij een echte taal hoorden, daar waren we niet mee bezig. Het lijkt erop alsof in Nederland de hoeveelheid Surinaamse woorden in het taalgebruik van kinderen, jongeren en anderen, die straattaal onderling gebruiken, is toegenomen.

Wat me ook opvalt, is dat de woorden weliswaar uit het Surinaams komen en Surinaams klinken, maar lang niet altijd dezelfde betekenis hebben. Dat is voor mij als antropoloog super interessant, maar brengt voor mij als moeder van (half-)Surinaamse kinderen uitdagingen met zich mee. Want hier in huis worden twee talen gesproken: Nederlands is de voertaal, maar ook Surinaams hoort hier in huis thuis. We vinden het belangrijk dat de kinderen met beide talen opgroeien. En dan kom je dus voor interessante uitdagingen te staan.

Een mooi voorbeeld is een Surinaams scheldwoord, dat de kinderen niet mogen gebruiken (want scheldwoorden gebruiken we niet, in welke taal dan ook). Op Schooltv, maar ook een ander kinder/jeugdprogramma (mij ontgaat even welke), werd het vertaald als “heel erg”. Ook bij de barber van de jongens werd het woord in die context gebruikt in een gesprek tussen hem en een klant. Toen ik dat hoorde, wist ik niet goed wat ik moest doen. Het filmpje thuis konden we gemakkelijk bespreekbaar maken, maar de barber erop aanspreken was toch echt wel wat anders.

Maar ik heb het gedaan. Niet belerend, maar met de vraag of hij wist wat het betekende in het Surinaams en of hij het niet zou willen gebruiken in het bijzijn van de kinderen, omdat zij net geleerd hebben dat ze het niet mogen gebruiken, omdat het een scheldwoord is. Hier bewees communicatie zijn dienst: de barber was zich van geen kwaad bewust en vond het erg prettig dat hij er nu rekening mee kon houden. Hij herkende de situatie bovendien erg goed, omdat het blijkbaar ook met Turkse woorden gebeurt, die van betekenis veranderen bij het gebruik onder jongeren (hij heeft Turkse roots en is ook tweetalig grootgebracht).

Het brengt wel de vraag met zich mee hoe we hier op langer termijn mee om zullen gaan. Je kan je namelijk afvragen of een leenwoord met andere betekenis in de oorspronkelijke taal, niet gewoon een ander woord is en je daar dus niet moeilijk over moet doen. Net zoals mannen met de naam Dick in het Nederlands ook geen last hebben van de betekenis, die hun naam in het Engels heeft. Maar die brug zullen we overgaan als we er zijn (hihi). Tot de kinderen andere betekenissen van Surinaamse woorden actief gaan gebruiken, leren ze thuis het Surinaams uit hun vaderland. We zullen verschillen in ieder geval blijven benoemen om bewustzijn te creëren, want daar begint het mee.

Plaats een reactie

Site gebouwd met WordPress.com.

Omhoog ↑